Als een nabestaande onverwachts een teken van een overleden dierbare ontvangt, vertelt diegene het dikwijls niet aan zijn omgeving, zelfs niet aan de partner of allerbeste vriend(in), uit angst voor gek verklaard te worden of dat het voorval zal worden weggehoond. Een verschijning van de overledene zien, de stem van de overledene horen nadat je hulp aan hem hebt gevraagd, jullie favoriete liedje dat op jullie trouwdag zomaar ineens uit de radio klinkt of knipperende lampen bij de spoorwegovergang waar je dierbare is overleden steeds als jij daar voorbij rijdt. Dat kan toch niet?! Dat is toch onmogelijk? “Je bent vast en zeker zó door verdriet overmand en je verlangt zó naar een teken ‘van boven’ dat je in alles een teken ziet. Of je ziet de dingen niet meer zo scherp.”
Studies naar het ontvangen van tekens tonen dat nabestaanden veelal worden overvallen door het teken dat zij ontvingen. Ze waren er voorafgaand totaal niet mee bezig en verwachtten niet dat de overledene een teken zou geven. Ofwel omdat ze geloofden dat er na de dood niets meer zou zijn, ze er nog nooit over gehoord hadden of omdat het overlijden al lang geleden had plaatsgevonden en hun rouwproces was afgerond. Soms was hen ten tijde van een verschijning ook nog niet bekend dat de dierbare was overleden. Dit alles lijkt mij toch iets anders dan ‘het innig wensen van een teken van boven en dit dan zelf gaan fantaseren’.
Het is echter niet alleen de omgeving die met ongeloof kan reageren. Dat kan ook de nabestaande zelf overkomen. Toen ik voor het eerst meemaakte dat een overleden vriendin aan mij verscheen, wist ik werkelijk niet wat mij was overkomen. Ik voelde mij vervuld en tegelijkertijd een beetje beduusd. Met mijn hoofd kon er niet bij. En tegelijkertijd zei mijn hart dat ik me dit niet had ingebeeld en dat het gebeurde echt was. Maar hoe leg je dat uit?
Wat is het verschil tussen een verschijning van de nabestaande en een waanbeeld of hallucinatie? Degene die hallucineert, ervaart de hallucinatie als hinderlijk en verontrustend, gepaard gaande met angst en agitatie. Men voelt zich gedesoriënteerd. Het staat het functioneren in de weg. Een hallucinatie kan verwarrend en incoherent zijn. Een verschijning van een overledene daarentegen wordt veelal als ‘echter dan echt’ ervaren. Sommigen zeggen dat ze ín en direct ná het contact een heel diepe helderheid hadden, een zeker weten. De verschijning kan een geruststellende, troostrijke uitwerking hebben. Men kan in blije verwondering zijn. Het staat het functioneren van de nabestaande zeker niet in de weg en men voelde zich goed geaard ten tijde van de verschijning. De contacten zijn meestal onvergetelijk en worden lang met zich mee gedragen met behoud van hun levendigheid en detail. Dat is een groot verschil met mensen die hallucineren en die de ontvangen beelden heel graag achter zich willen laten.
Wat betreft het horen van de stem van de overledene versus het horen van stemmen in je hoofd (schizofrenie) zijn er ook belangrijke verschillen. Bruce Greyson en Mitch Liester hebben een interessant onderzoek uitgevoerd onder twee groepen mensen die stemmen horen die niemand anders kan horen: mensen met schizofrenie en mensen met een nabij-de-dood-ervaring (NDE) die na deze ervaring stemmen hoorden. “We stelden beide groepen vragen over hoe behulpzaam of schadelijk die stemmen waren. We troffen opvallende verschillen tussen de twee groepen aan. De meeste NDE’ers vonden dat de stemmen een kalmerende of troostende werking hadden, hun zelfvertrouwen verhoogde en een positieve invloed uitoefenden op hun relaties met andere mensen. De meeste mensen met schizofrenie daarentegen,vonden dat de stemmen een verontrustende of bedreigende werking hadden, hun zelfbeeld beschadigden en een negatieve invloed op hun relaties met andere mensen uitoefenden. De meeste NDE’ers wilden de stemmen blijven horen, terwijl bijna geen van de mensen met schizofrenie dat wilden.” Ook al hebben mensen met een NDE een andere ervaring dan nabestaanden die de overledene telepathish kunnen horen, toch vind ik de overeenkomsten opvallend. Ook de nabestaanden koesteren de telepathische gesprekken en putten er veel troost en steun uit.
Uit het voorgaande durf ik wel te stellen dat de nabestaande niet gek is geworden. Er lijkt eerder een strijd te zijn tussen enerzijds de ratio die het teken gek vindt en niet kan bevatten wat er is gebeurd en anderzijds het gevoelsweten dat weet wat het heeft ervaren. Carl Jung zei daarover: Men kan alleen begrijpen wat overeenkomt met de rede. Magie is alles dat voorbij gaat aan het bevattingsvermogen. Magie is datgene wat men niet kan begrijpen, maar wel kan ervaren. Magie is dat wat zonder regels is, dat wat toevallig geschiedt. De voorwaarde is echter dat men zich er volledig aan overgeeft en niets verwerpt.