Vanaf het moment dat ik over natuurwezens hoorde, voelde ik een verlangen om ze waar te nemen. Hoe zien ze eruit? Hoe groot of klein zijn ze? Hebben ze iets te zeggen? Toen ik afgelopen najaar in Galstonbury was, dé plek waar de sluier tussen het geestelijke en het aardse dun is, had ik me dan ook voorgenomen om goed om me heen te kijken en verwachtte ik min om meer diverse natuurwezens ze te zullen zien. Teleurgesteld kwam ik thuis; ik had niets bijzonders gezien. Toen ik dit tegen iemand in mijn praktijk zei, vertelde zij dat zij een trol in een boom op het einde van haar straat had gezien. Mega nieuwsgierig vroeg ik natuurlijk naar een foto. Die liet ze me zien. Zie jij de trol?

Ik moest ontzettend lachen om mezelf, want ineens drong het tot mij door. In de plantaan tegenover mijn huis had ik al eens eerder een beeltenis van een (wijze) oude vrouw gezien, maar ik had daarbij niet de link naar een natuurwezen gelegd. Dus terwijl ik op allerlei plekken aan het zoeken was, was het vlak voor mijn neus te vinden:

